Waarom zijn er nog scholen die zich ‘Nutsschool’ noemen? En waarom noemen we het onderwijs op die scholen geen ‘bijzonder neutraal onderwijs’. Neutraal in de zin van de gelijkwaardige betekenis van alle levensbeschouwingen en maatschappelijke stromingen. Wat is de oorsprong en betekenis van de nog bestaande Nutsscholen in Nederland.
Wat is het actuele concept van de Nutsscholen? Wat is er terug te vinden over de uitgangspunten van vroeger en nu? Welke uitgangspunten verbinden de nog bestaande Nutscholen?
Historie
De hervorming van het onderwijs in Nederland vanaf 1800 geldt als één van de grootste verdiensten van de Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen. Al vanaf de oprichting in 1784 vormt de verbetering van het onderwijs een van de belangrijkste doelstellingen van het Nut.
De aandacht voor het onderwijs is voornamelijk geïnitieerd door Martinus Nieuwenhuijzen (1759-1793). Jan Nieuwenhuijzen (1724-1806) stelde zich aanvankelijk met de nieuwe vereniging vooral voor de verspreiding van kennis te bevorderen onder de minvermogenden. Tijdens de oprichtingsvergadering werd op aandringen van zijn zoon Martinus Nieuwenhuijzen besloten aan die taak toe te voegen: “de verbetering van het schoolwezen en de opvoeding der jeugd, als de voornaamste grondslag zijnde ter vorming, verbetering en beschaving van den burger”.
De Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen heeft zich met grote geestdrift gewijd aan de taak van de onderwijshervorming. Aanvankelijk zocht het voornamelijk kracht in het uitgeven van nieuwe schoolboekjes. De eerste leerboeken die verschenen waren van de hand van Martinus Nieuwenhuijzen. Nieuw was dat zijn boeken waren geschreven in een kindertoon. Later werden ook schoolboeken van andere auteurs door het Nut uitgegeven, zoals zedenkundige schoolboeken, uittreksels van merkwaardige land- en zeereizen. Ook verschenen er rekenboeken en verzamelingen spreuken. Het bleef echter niet bij het uitgeven van geschriften.
Als propaganda waren in verschillende plaatsen door departementen Nutsscholen opgericht. Niet met de bedoeling die voor altijd in stand te houden om aan de gewone scholen het voorbeeld te geven. Ook werden in Amsterdam en later ook in Rotterdam kweekscholen gesticht. De eerste Nutskweekschool werd in 1795 opgericht in Haarlem. Zo werkte het Nut al vóór 1800 aan de verbetering van het onderwijs, het kweekte een generatie schoolhervormers die hun scholen op een hoger peil wisten te brengen. Met betere leerstof en betere methoden; ook zachtere tucht: de Nutsscholen waren de eerste scholen waar de plak werd afgeschaft.
De Schoolwet van 1806 legde het al in 1795 ingevoerde beginsel van klassikaal onderwijs vast. Omdat het onderwijs neutraal moest zijn, mocht geen godsdienstonderwijs meer worden gegeven.
Ontstaan verzuiling in het onderwijs
Bij de grondwetswijziging van 1848 werd het beginsel dat onderwijs kon worden gegeven in overeenstemming met de godsdienstige overtuiging van de ouders in onze wetgeving opgenomen. Het onderwijs was ‘vrij’ geworden. Wel was er toezicht van de overheid op de vakbekwaamheid van de onderwijzer. De departementale scholen hadden hun taak volbracht, ze hadden model gestaan voor de nieuw ontworpen wet. Op een paar uitzonderingen na werden de meeste Nutsscholen door de gemeentebesturen overgenomen.
Het Nut ging verder door zich te richten op categorieën van het onderwijs die nog niet werden bereikt: het onderwijs in de nuttige handwerken, het herhalingsonderwijs en de opleiding voor onderwijzers en het Middelbaar onderwijs. Verder valt nog te vermelden: de oprichting van verschillende ambachts- en avondtekenscholen, cursussen voor meisjes, het huishoudonderwijs, kookcursussen en de oprichting van gymnastiekscholen.
Een ander onderwerp dat het Nut in die tijd bezighield was de invoering van de leerplicht. Herhaaldelijk wendde het Nut zich tot de regering met het verzoek tot invoering van een leerplichtregeling. In 1901 werd deze lang gekoesterde wens van het Nut verwezenlijkt.In de jaren die volgden bleef het Nut zich, vanuit een onverflauwd geloof in de beginselen, sterk maken voor het openbaar onderwijs. De huidige Nutsscholen bieden geen openbaar onderwijs aan, zij dragen een ‘bijzonder neutraal’ karakter.
Het Nut is 'Vriend' van het Nationaal Onderwijsmuseum in Dordrecht. Het eerste nummer in 2009 van 'Lessen', het magazine van het Nationaal Onderwijsmuseum, is grotendeels gewijd aan de Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen. Lees meer
Nutscholen in 2024
Anno 2024 zijn er vooral basisscholen lid van de Maatschappij tot Nut van ’t algemeen. Op het gebied van onderwijs aan volwassenen kunnen het cursusdepartement in Krimpen aan de IJssel en de Volksuniversiteit in Breda worden genoemd. De stichting Nutsvolksuniversiteit Breda biedt aan 2000 volwassen cursisten uiteenlopende cursussen aan, waaronder het grootste talencursusaanbod in de regio. De Vubreda, zoals deze in de volksmond heet, onderstreept het principe Life Long Learning: een leven lang leren.
In acht plaatsen zijn Nuts(basis)scholen actief: Breda, Waalre, Wassenaar, Nijmegen, Oldenzaal, Voorschoten, Maastricht, Den Haag.
De Stichting Nutsscholen Breda is net als veel andere Nutsscholen ontstaan uit het lokale departement. Op de website van de scholen is een directe link te vinden naar de website van de Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen (het landelijk Nut) Departement Breda bestaat inmiddels 205 jaar. Het departement is vooral actief via twee stichtingen. De stichting Nutsscholen Breda bestuurt vijf Nutsbasisscholen in de stad. Op elk van deze scholen wordt door de schoolleiding, leerlingen, leerkrachten en ouders vanuit de zogenaamde Nutsvisie samengewerkt.
Kernbegrippen hierin zijn: gelijkheid, respect, een veelzijdige brede ontwikkeling met ruimte voor een creatieve ontwikkeling van eigen talenten. In 2021 is er een interview geweest met de directeur Anette de Ruiter vanuit het landelijk Nut.
In Waalre functioneert de Nutsschool De Meent (circa 400 leerlingen), een echte ‘eenpitter’. Michel Herps, directeur bestuurder, geeft aan dat er in zijn school naast toezichthouders nog steeds een verenigingsbestuur van ouders actief is. De school heeft weinig actieve betrokkenheid meer bij het Nut en de Nutsgedachte.
De school werd gesticht in de jaren ‘60 van de vorige eeuw als reactie op de behoefte naast de vele katholieke scholen ook een algemene school te hebben. De naam Nut laat zien dat de school geen religieuze grondslag heeft maar ook niet aangemerkt kan worden als openbaar. Waalre is een welvarend dorp. Dat betekent dat diversiteit niet vanzelfsprekend is. Burgerschap en respectontwikkeling voor andere leefwerelden is iets dat bewust in het onderwijs is ingebouwd. Recent is een bezoek gebracht aan een verzorgingstehuis. Het onderwerp van de toenemende verpreutsing van de jeugd wordt door de directie ook als een niet gewenste ontwikkeling gezien voor een open samenleving.
In Wassenaar geeft directeur Erik Los leiding aan een Nutsschool (circa 250 leerlingen) ook een ‘eenpitter’. In Wassenaar is diversiteit van leerlingen door de welvarendheid van haar inwoners ook niet vanzelfsprekend.
Er functioneert een vereniging van ouders binnen de school die de directeur en school aanstuurt. De school kent een wachtlijst en de hoge vrijwillige ouderbijdrage (475 euro). De school laat zien hoe met meer middelen en inzet van ouders, de leerlingen zich naast goed onderwijs, breder kunnen ontwikkelen.
De directeur erkent dat er niet meer direct een verbinding is met de Nutsdoelstelling, wel noemt de school op haar website als een van haar uitgangspunten een die dicht staat bijde Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen. De school streeft naar een ‘volwaardig burgerschap’ van leerlingen.
Ook Nutsschool Lankforst in Nijmegen (circa 160 leerlingen) is een ‘eenpitter’.Door de school in te richten als een leer- en werkplaats krijgt het onderwijs inhoud en betekenis voor leerlingen. Daarbij houdt de school vast aan de bewezen waarden vanuit het verleden. De school omarmt zde conclusies uit onderzoek, waarbij kinderen meer blijken te leren van samenwerken, onderzoeken, kritisch denken en andere vaardigheden behorend bij de "21ste eeuw‟.In de schoolgids van Nutsschool Lankforst wordt nadrukkelijk verwezen naar het landelijk Nut.
In het kader van burgerschap is er een kinderparlement. Iedere groep (vanaf groep 5) heeft een jongen en een meisje in het kinderparlement. Deze kinderen praten samen met de directeur van de school over onderwerpen die met de school te maken hebben. Deze klassenvertegenwoordigers worden door de klas gekozen. Het kinderparlement komt gemiddeld zes keer per jaar bij elkaar. (foto: Nutschool Nijmegen rechts rond 1910)
De Nutschool in Oldenzaal (circa 230 leerlingen) heeft een nieuwe directeur, na een jarenlang dienstverband van de vorige directeur. Ook deze school is een echte ‘eenpitter’, er functioneert een actieve vereniging van ouders. De school is lid van VBS (Vereniging van Bijzondere Scholen). Het is een populaire school; er is een wachtlijst. De vrijwillige ouderbijdrage is laag (rond 35 euro) .De school heeft een eigen bibliotheek. Ook in de schoolgids van Oldenzaal wordt gerefereerd naar de Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen.
De Nutsschool in Voorschoten (circa 250 leerlingen) was tot 2021 een ‘eenpitter’ maar voor facilitaire zaken en expertise maakt de school nu wel gebruik van de koepel Panta Rhei. Toch hecht de organisatie er nog waarde aan om een Nutsschool te zijn. Het schoolgeld varieert van 24 tot 150 euro, afhankelijk van het inkomen van de ouders en het aantal kinderen uit het gezin. Er was een oudervereniging maar het bleek steeds moeilijker bestuursleden te vinden. Ouders zijn wel vertegenwoordigd in de medezeggenschapsraad. In hun missie is het Nut nog heel herkenbaar: ‘Op de Nutsbasisschool ontwikkel ik mijn kennis en vaardigheden en leer ik mijn eigen en andermans talenten te herkennen en erkennen. Hierdoor sta ik zelfverzekerd in het leven en lever ik een positieve bijdrage aan mijn omgeving.’Via de leerlingenraad leren en ervaren leerlingen wat democratie in de basis inhoudt.
De Nutschool in Maastricht is ook een ‘eenpitter’. Deze school stapt uit het Nut in het schooljaar 2024-2025. De school gaat fuseren met een openbare school en zo ontstaat er een nieuwe school, KKC De loper. Dit betekent dat de naam Nutschool zal verdwijnen in Maastricht.
In Den Haag functioneren nog zes Nutsscholen die al jaren lid zijn van de grote koepel van het Lucas onderwijs, waar in totaal 87 scholen onder ressorteren. De zes Nutsscholen maakten tot 2011 deel uit van de Vereniging Haagse Nutsscholen. Het bestuur op veel scholen werd toen gevormd door ouders van leerlingen. In 2011 is de koepel ontbonden en overgegaan in Lucas Onderwijs met een groot schoolbestuur in de Haagse regio. Er bestaat op geen van deze Nutsscholen nog een aparte oudervereniging. De scholen zijn te vinden in verschillende wijken van Den Haag. Lees meer
In het kort
De Nutsscholen hebben doorgaans een grote diversiteit aan leerlingen en de soms hoge vrijwillige bijdrage lijkt geen drempel te vormen voor ’minvermogenden’. Dat is immers een van de doelstellingen van het Nut ‘de bevordering van het verspreiden van kennis onder de minvermogenden’
Op alle Nutsscholen wordt op de een of andere manier tegemoet gekomen aan de andere doelstelling van het Nut van weleer “de verbetering van het schoolwezen en de opvoeding der jeugd, als de voornaamste grondslag zijnde ter vorming, verbetering en beschaving van den burger”.
De combinatie van een brede benadering van onderwijs en talentontwikkeling in doen en/of denken, samenwerken, respect voor elkaar, respect voor verschillende levensovertuigingen, gelijkwaardigheid en bijzondere (burgerschaps) projecten zoals bijvoorbeeld een leerlingenraad zijn onderscheidend voor veel Nutscholen.