De Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen heeft vanaf de oprichting in 1784 de verbetering van het onderwijs als kernactiviteit beschouwd. Volksontwikkeling was de opdracht: ‘Kennis als weg naar persoonlijke en maatschappelijke ontwikkeling.’ Het uitgeven van eenvoudige leerboeken was het middel (om een breed publiek te bereiken). Samen streven naar een betere wereld voor iedereen. Vanuit sociale bewogenheid werd gewerkt aan een verbetering van de samenleving; gemeenschappelijk welzijn als resultaat van democratisch denken. De ontwikkeling van de individuele mens staat centraal. Onderwijsvernieuwing wordt gezien als onderdeel van een doorlopend maatschappelijk ontwikkelingsproces, los van een bepaald levensbeschouwelijk of politiek standpunt.
Naast kleuterscholen, basisscholen en vervolgonderwijs werden ook opleidingsscholen voor onderwijzers en het Nutsseminarium voor pedagogiek aan de Universiteit van Amsterdam gestart. Het Nutsbasisonderwijs is daar nu nog van over. Sinds 1984 is er vanwege de Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen een Leerstoel in de Geschiedenis van het Onderwijs aan de faculteit Sociale Wetenschappen van de Universiteit Utrecht.
Algemeen toegankelijk onderwijs Nutsonderwijs is algemeen toegankelijk onderwijs. Het wordt gefinancierd door de overheid. Nutsbasisscholen zijn bestuurlijk geen openbare scholen, maar zijn ‘bijzonder neutraal’ van karakter. Dat wil zeggen dat het beleid in handen is van een vereniging of stichting met een eigen (school)bestuur, meestal bestaand uit ouders van leerlingen. In de loop der jaren zijn op verschillende plaatsen fusies met andere, steeds openbare scholen, aangegaan.
Waar staat de Nutsbasisschool voor? Onderwijs dat onafhankelijk is van een bepaalde levensbeschouwing en/of maatschappelijke stroming, met als voornaamste doelstellingen: - Respect voor andere levensbeschouwingen. - Nadruk op kritisch denken en het komen tot een weloverwogen oordeel op basis van vrijwilligheid. - Het bieden van een ononderbroken ontwikkelingsproces, afgestemd op de talenten en mogelijkheden van de individuele leerling. - Ontwikkeling van de gehele mens, zowel emotioneel als verstandelijk. - Het verwerven van de nodige kennis en sociale, culturele en lichamelijke vaardigheden. - Onderwijs dat uitgaat van het feit dat kinderen opgroeien in een multiculturele samenleving.
Mensbeeld Iedereen wordt in de gelegenheid gesteld een volwaardig, actief lid te zijn van onze samenleving, rekening houdend met de eigen kwaliteiten en beperkingen. - Algemene uitgangspunten • gelijkwaardigheid • rechtvaardigheid • betrouwbaarheid • verantwoordelijkheid - Onderwijskundige uitgangspunten • veiligheid • vertrouwen • orde en rust • wederzijds respect • stimulerende leeromgeving - Didactische uitgangspunten • leerling als mens centraal • doorlopende ontwikkelingslijn • planmatig vernieuwend - Sociaal-culturele uitgangspunten • aandacht voor eigen identiteit • onderlinge samenwerking • opbouwend kritisch • respect en ruimte voor verschil • de school als levend organisme in de samenleving - Bestuurlijke identiteit • onafhankelijk • democratisch • ouders in bestuur • samenwerking met andere scholen • betrokken bij de schoolomgeving |
|
Past de Nutsbasisschool ook bij uw kind? Elke Nutsbasisschool geeft op eigen wijze vorm aan eerder genoemde doelen. Dit betekent dat Nutsscholen veel gemeenschappelijk hebben, maar elke school het onderwijs op zijn eigen manier inricht, zoals neergelegd in de eigen Schoolgids.
Hoe kan ik onderzoeken of deze school past bij mijn kind? Vragen als hulp bij onderzoek naar de schoolspecifieke identiteit: Statutaire uitgangspunten: 1. Op welke wijze geeft de school invulling aan het neutrale karakter? 2. Op welke wijze geeft de school vorm aan de invloed van de ouders? 3. Op welke wijze is de bestuursvorm georganiseerd?
Pedagogische, didactische en sociaal-culturele uitgangspunten: 1. De kleuter: Hoe geeft de school vorm en inhoud aan het ononderbroken ontwikkelingsproces van het kind met aandacht voor de persoonlijke ontwikkeling en de naaste omgeving van het kind? 2. Het jonge schoolkind: Hoe geeft de school vorm en inhoud aan het ontwikkelingsproces van het kind met het oog op het verwerven van de basisvaardigheden om vanuit de eigen persoon de wereld te kunnen verkennen? 3. Het oudere schoolkind: a. Hoe geeft de school vorm en inhoud aan het ontwikkelingsproces van het kind met het oog op de veelzijdigheid van de samenleving en de wereld in al haar dimensies? b. Hoe geeft de school vorm en inhoud aan de aansluiting met het vervolgonderwijs en de samenleving.
|