De Volksbank
De SNS bank kent een lange geschiedenis en gaat binnenkort, na een donkere periode van tegenslagen, schandalen en verliezen, verder onder een frisse nieuwe naam: de Volksbank. Het is juist die naam die ons opnieuw luid en duidelijk herinnert aan het ontstaan van Nutsspaarbanken voor het volk, ongeveer twee eeuwen geleden. Bij de oprichting van de eerste Nutsspaarbanken waren de maatschappelijke verhoudingen in ons land echter heel anders dan nu.
De Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen ('t Nut) is nog altijd zichtbaar in onze samenleving. De ruim 70 departementen van ‘t Nut leveren een actieve bijdrage aan de verwezenlijking van de doelstelling van ‘t Nut in de vorm van projecten, cursussen, het verstrekken van subsidies en als lokale culturele vereniging. Veel eeuwenoude initiatieven van ’t Nut zijn veelal echter verzelfstandigd en soms ook door de tijd ingehaald. Hierdoor is niet altijd meer te zien wat de rol van ’t Nut is geweest. Een voorbeeld hiervan zijn de banken.
Toen in 1817 de eerste spaarbanken van ’t Nut verschenen werd hiermee gestreefd naar verbeterde omstandigheden voor de werkende bevolking. De spaarbanken hebben sinds de oprichting dan ook een belangrijke rol gespeeld in maatschappelijk en sociaal economisch opzicht. Het ging ’t Nut met name om de opvoeding, armoedepreventie en de vergroting van de zelfredzaamheid van de lagere klasse. De eerste Nutsspaarbanken werden geopend in Haarlem en Workum. Twee jaar later was het aantal gegroeid tot 48, binnen tien jaar tot 66 spaarbanken in Nederland, gestimuleerd door het opstellen van de ‘Algemeene Regelen’ in 1818. De grootste Nutsspaarbank was die in ’s-Gravenhage. (foto) In 1992 werd deze bank verkocht aan de VSB Bank, de latere Fortisbank. Bij de verkoop kreeg de stichting Nutsspaarbank een bedrag in aandelen. Besloten werd de jaarlijkse opbrengst daarvan te besteden aan maatschappelijke projecten. De stichting Nutsspaarbank te ’s-Gravenhage wijzigde haar naam in stichting VSB Fonds Den Haag en omstreken. Sinds oktober 2001 heet het fonds: stichting Fonds 1818 tot nut van het algemeen. Het waren banken zonder winstoogmerk, de overtollige inkomsten vloeiden terug de maatschappij in. Vanaf 1875 richtte de Nutsspaarbanken zich als één van de eersten specifiek op de jeugd: het schoolsparen werd in gevoerd.
Halverwege de 20e eeuw kwam de concurrentie om de hoek kijken toen ook door gemeenten en particuliere instellingen banken werden opgericht. Voorbeelden hiervan zijn de Rijkspostbank en de Boerenleenbank. Deze oogsten door hun zakelijker opstelling al snel groot succes. Terwijl de Nutsspaarbank zich eerder afstotend dan motiverend bleef manifesteren met de beperkte openingstijden en strenge ontmoedigende regels: een kantoor was wekelijks maar twee uur open, geld opnemen kon slechts eens per maand. En van geld lenen was pertinent geen sprake; voor het verstrekken van kredieten waren hiervoor speciale hulpbanken door ’t Nut geopend. In de jaren zestig ontwikkelde de Nutsspaarbank zich tot gezinsbank en van sociale instelling tot een meer dienstverlenende financiële partij. De jeugd werd tegemoet getreden als klant van de toekomst en beschouwd als commerciële kans voor groei. De bank kwam ook steeds meer naar de mensen toe, met onder meer mobiele filialen die op verschillende locaties zitting hielden. Alle geldzaken waren vanaf dit moment gangbaar en de verschillen tussen de Nutsspaarbanken en algemene banken namen in hoog tempo af. Daarnaast richtten de banken zich ook steeds meer op regionale samenwerkingsverbanden, wat leidde tot fusies en naamsveranderingen. Een ontwikkeling die aanhield tot in de jaren tachtig. Dit veroorzaakte veel onduidelijkheid bij het publiek. De Samenwerkende Nederlandse Spaarbanken, kortweg SNS, ontstonden in 1987. Tot het einde van de eeuw bleven spaarbanken zich aansluiten.
De SNS kwam niet zonder kleerscheuren door de kredietcrisis van 2008. Met name bij de vastgoedtak SNS Reaal ontstonden grote problemen door de vele slechte leningen en dubieuze klanten. Er ontstond een dusdanig kapitaaltekort dat er kapitaalsteun van de staat aan te pas moest komen om de bank te redden. In 2013 was het grootste gedeelte van de staatssteun nog niet afgelost en dreigde faillissement voor SNS Reaal. Om de stabiliteit van de financiële sector en economie veilig te stellen werd SNS Reaal genationaliseerd. Hierdoor was het spaargeld van de klanten veilig en bleef de dienstverlening gewaarborgd.
Met ingang van 1 januari 2017 gaat de bank een nieuwe koers varen en noemt zij zich de Volksbank. Onder het motto ‘Bankieren met een menselijke maat’ wil het concern zich herprofileren als een no-nonsense bank, met eenvoudige financiële producten, zoals sparen en hypotheken, producten waar het Nederlandse volk behoefte aan heeft. Voorlopig blijft de bank in handen van de overheid. Zowel vastgoeddochter Propertize als verzekeringstak Vivat is inmiddels verkocht. Uiteindelijk wil de Volksbank verder zonder de staatssteun en op eigen benen komen te staan. De komende drie jaren worden gebruikt om te bewijzen dat de nieuwe strategie levensvatbaar is. Minister Dijsselbloem van het ministerie van Financiën was aanwezig bij de lancering van de nieuwe naam. De naam de Volksbank vindt Dijsselbloem een mooie knipoog naar het verleden. De wortels van SNS liggen immers bij de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen. De belangrijkste boodschap vindt de minister echter, dat de Volksbank een gewone bank is voor gewone mensen.