Het archief van het landelijk Nut is ondergebracht bij het stadsarchief van Amsterdam. Na verkoop van het Nutspand in Edam in 2017 werd het resterende archief ook overgebracht naar Amsterdam. Inmiddels is deze aanvulling opgeschoond en geïndexeerd.
Het Stadsarchief van Amsterdam is gehuisvest in het gebouw de Bazel. De Bazel is een pronkstuk van de Nederlandse 20e-eeuwse architectuur. Een gebouw uit een koloniaal verleden met monumentale stijlkamers met Art Deco schilderingen op de muren en plafonds. Vele bouwkundige en decoratieve elementen in zowel het gebouw als het exterieur herinneren aan het boeiend verleden van het gebouw. De Bazel waarvan de bouw zes jaar in beslag nam (1919 -1926) diende achtereenvolgens als hoofdkantoor van de Nederlandsche Handel-Maatschappij, de Algemene Bank Nederland en ABN AMRO en Vijzelbank. De gemeente Amsterdam kocht het pand na vertrek van de bank in 1999. Na een grondige renovatie werd er vanaf 2007 het gemeentearchief van Amsterdam in ondergebracht. In de schatkamer is nu een permanente tentoonstelling van de meest ontroerende, bijzondere stukken uit de ruim veertig kilometer collectie archieven van het stadsarchief.
Na de verkoop van het Nutspand in Edam in 2017 (zie www.nutspandedam.nl) besloot het landelijk bestuur om het resterende archief in het Nutspand in zijn geheel over te brengen naar Amsterdam. Dit betrof echter niet de verzameling oude boeken die nog in pand aanwezig waren. Deze werden overgedragen aan het Nationaal Onderwijsmuseum in Dordrecht omdat deze boeken een dubbele collectie vormt met de boeken die al in het Stadsarchief waren opgenomen.
In 2021 ontving het bestuur een lijst van stukken die naar de beoordeling van het Stadsarchief ‘Voor Vernietiging Vatbaar’ (VVV) waren. Het opschonen heeft onder druk van de Coronamaatregelen veel langer geduurd dan gedacht omdat er grote periodes niet tot nauwelijks in het gebouw mocht worden gewerkt. Op de VVV-lijst staan onder andere stukken die dubbel zijn. Verder gaat het om stukken die van andere archiefvormers zijn (bijvoorbeeld fondsen), kasstukken en bonnetjes. Deze zijn te gedetailleerd om te bewaren. Ook sollicitatiebrieven e.d. worden niet bewaard (dat mag ook niet!). De indexering van de eerdere archivering tot 1974 verschilt met die van de in 2018 aangeleverde stukken. Het museum hanteert namelijk inmiddels namelijk een andere systematiek. Er zijn daarom twee Inventarisnummers. In de volgende links vindt u de inventaris tot 1974 en vanaf 1974. Lees meer en nog meer.
Er wordt een termijn aangehouden van vijftig jaar m.b.t. inzage van Nutsdocumenten. Dit betekent dat alle stukken jonger dan 1972 niet openbaar zijn (in 2022). Iemand kan natuurlijk wel een verzoek indienen voor een ontheffing van deze periode. Het Stadsarchief zal dan dit verzoek voorleggen aan het bestuur van het landelijk Nut.
Zo af en toe krijgt het landelijk Nut nog stukken aangeleverd waarvan blijkt dat deze nog niet gearchiveerd zijn. Deze stukken komen vaak uit nalatenschappen of gewoon van mensen die hun zolder hebben opgeruimd en een en ander vinden. Een aantal Radiolezingen kwam zo ter hand van het secretariaat. Alle lezingen waren op nummer acht van de derde serie na al in het Stadsarchief aanwezig. Dit nummer werd daarom alsnog toegezonden aan het Stadsarchief. Nummer acht gaat over ‘De groote ontdekkingsreizen welke het beeld van de aarde en hare verovering completeeren’. Er zijn prachtige wereldkaarten bij deze gedrukte lezing opgenomen. Een van de kaarten stamt bijvoorbeeld uit 1570.
Hedendaagse archivering ook belangrijk voor departementen
Het archief van straks ontstaat nu. Bij het landelijk Nut gaat bijna niets meer via het papier. Er wordt vooral digitaal gecommuniceerd met de leden. Hoe sla je dat op voor de latere generaties? Het Stadsarchief doet daarvoor wel een handreiking. Ook nuttig voor de administratie en archief van de Nutsdepartementen. Veel Nutsdepartementen dragen hun archief veelal over aan plaatselijke of regionale archieven.
In deze LINK kunt u ook een ‘Handleiding digitaal archiveren voor particulieren’ downloaden.