Op 13 december 2017 is in het museum de tentoonstelling over het Nut ‘de Nutskast’ feestelijk geopend. De kast met inhoud, afkomstig uit het pand van het Nut in Edam, maakt nu officieel deel uit van de vaste collectie van het museum. In het museum in Dordrecht blijft het niet bij kijken alleen. Op de kast zijn meerdere oude boeken van het Nut geplaatst om door te bladeren en te lezen voor bezoekers. Van alle boeken in de kast zijn reeds exemplaren voor de toekomst veiliggesteld in het Stadsarchief in Amsterdam. De realisatie van deze Nutskast binnen de vaste collectie van het museum was niet mogelijk geweest zonder de inzet van veel vrijwilligers. Cor den Boer, oud-voorzitter van het Nut vervulde daarin een sleutelrol. De oude boeken werden op nieuw ingebonden door Arie Speksnijder zodat deze ook inzichtelijk konden worden gemaakt voor de bezoekers. Frits Maas was er voor de teksten. Van zijn hand komt ook het artikel over Cor den Boer in het decembernummer van het museummagazine ‘Lessen’ dat tweemaal per jaar verschijnt. Ook de stagiaires van het Grafisch Lyceum, Quinty Mannes en Ellen Schollaart, hebben hun steentje bijgedragen aan de inrichting van de tentoonstelling. Het nationaal Onderwijs Museum beschikt overigens over veel museale stukken die niet in Dordrecht ten toon zijn gesteld. Al deze stukken zijn elders opgeslagen.
De gastheer, de directeur van het Onderwijsmuseum, Tijs van Ruiten mocht de openingstoespraak verzorgen. Hij startte met een korte schets over het ontstaan van de eerste onderwijswetten. In 1796 kwam het Nut met het advies tot de invoering van een nationaal onderwijs. De leiders van toen zagen ook dat voor de overheid een taak en van belang was om onderwijs goed te organiseren. Er werd vanuit regeringswege een commissie 'voor de zaken van het onderwijs' ingesteld. Een en ander leidde uiteindelijk tot de eerste onderwijswetten die stammen uit 1801 en 1803. De wet van 1806 bepaalde dat lagere scholen voor iedereen toegankelijk moesten zijn. Een leerplicht was er echter nog niet. Op 1 januari 1901 is de leerplicht ingevoerd. Kinderen van 6 tot 12 jaar moesten een school bezoeken óf huisonderwijs krijgen.
Cor den Boer laat aan het begin van zijn toespraak de aanwezigen een Nutsbericht zien waarin is te lezen dat op 18 augustus 1966 het Nutshuis na een grondige restauratie werd heropend. Ook verhaalt hij over de eerste boeken die het Nut uitgaf en de belangrijke rol die Hendrik Ravekes daarin speelde. Hendrik Ravekes was secretaris van de Maatschappij van 1802-tot 1841. Er werd voor veel boeken een prijsvraag uitgeschreven over een vraagstelling of thema. Voor een winnend manuscript werd een beloning uitgeloofd van een gouden medaille en soms nog extra tien of twintig gouden dukaten. Als er eenmaal zo’n manuscript was gekozen werd dit als boek verspreid onder de leden. Cor leest een stukje voor uit het eerste boek (jaar van uitgifte 1786 ) van de Maatschappij: ‘Verhandeling, uitgegeeven door 't Edamsch genootschap tot Nut van 't Algemeen, ter beantwoording der vraag, welke bewijzen leeveren Natuur en Reden op, voor het bestaan van God.’ De auteur Petrus Schouten was een “Roomsch Priester en Pastoor te Oegstgeest” kreeg een gouden erepenning. Zulke erepenningen zijn niet aanwezig in onze tentoonstelling, maar wel die van Willem Douma die een penning ontving voor het verrichten een edelmoedige daad. In dit geval, op voorspraak van de Grietman van West Dongeradeel, voor het redden van schipbreukelingen aan de Friesche kust in 1835.
‘Alleen het besef van verleden kan ons het heden doen verstaan.’ Deze openingszin van Piet Hamelink, voorzitter van het Maatschappijbestuur, geeft kort en krachtig het grote belang weer die de Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen hecht aan de plek die het Nut nu heeft in de vaste collectie van het Nationaal Onderwijsmuseum. De tentoonstelling in de vorm van de kast, de prenten boeken, borstbeeld van Jan Nieuwenhuizen en andere spullen doet recht aan de betekenis die het Nut heeft gespeeld in de onderwijsgeschiedenis. Veel Nutsscholen en bibliotheken zijn inmiddels gefuseerd of een openbare (gemeentelijke) instellingen geworden. Het Nut heeft wat dat betreft haar doel bereikt op onderwijsgebied. Vandaag de dag zijn er echter nog steeds basisscholen die de naam van het Nut dragen en zijn er nog over het hele land verspreid Nutsverenigingen en -departementen van het Nut actief. Piet Hamelink blikt ook terug op de 225-jarige jubileumviering 2009. In dat jaar werd er door Haare Koninklijke Hoogheid Prinses Laurentien der Nederlanden een prachtige tentoonstelling ‘Nuttig leren voor iedereen’ geopend in het Onderwijsmuseum dat toen nog in Rotterdam gehuisvest was.
Tijs van Ruiten is als directeur van het Museum jarenlang van grote waarde gebleken voor het Nationaal Onderwijsmuseum en ook voor het Nut. Het huidige Maatschappijbestuur heeft dan ook besloten aan hem een erepenning toe te kennen. Piet Hamelink mocht aan hem het eremetaal met de tekst ‘Bevlogen ook voor het Nut’ met de bijbehorende oorkonde uitreiken. Tijs van Ruiten en Piet Hamelink, maakten met hun handtekening onder een overeenkomst de overdacht van de spullen officieel. Lees hier meer over de geschiedenis van het Nut in het onderwijs. Na afloop van alle plechtigheden leidde Cor den Boer de genodigden naar de ‘Nutskast’ voor een boeiende toelichting op de kast en alles wat erin en -op staat. Wilt u een uitje organiseren naar het Nationaal Onderwijsmuseum en ook een rondleiding van Cor den Boer krijgen neemt u dan contact met hem op of met het Nationaal Onderwijsmuseum.
Lees ook hier over de tetoonstelling van het Nut in de nieuwsbrief voor vrijwilligers van het Onderwijsmuseum.